Bijbelgedeelte
Genesis 2
6
Herziene Statenvertaling
1
Zo zijn de hemel en de aarde voltooid, en heel hun legermacht.
2
1
Toen God op de zevende dag Zijn werk, dat Hij gemaakt had, voltooid had, rustte Hij op de zevende dag van al Zijn werk, dat Hij gemaakt had.
3
1
En God zegende de zevende dag en heiligde die, want daarop rustte Hij van al Zijn werk, dat God schiep door het te maken. De schepping van de mens
4
Dit is wat uit de hemel en de aarde voortkwam, toen zij geschapen werden. Op de dag dat de HEERE God aarde en hemel maakte –
5
er was nog geen enkele veldstruik op de aarde en er was nog geen enkel veldgewas opgekomen, want de HEERE God had het niet laten regenen op de aarde; en er was geen mens om de aardbodem te bewerken,
6
maar een damp steeg uit de aarde op en bevochtigde heel de aardbodem –
7
1
toen vormde de HEERE God de mens uit het stof van de aardbodem en blies de levensadem in zijn neusgaten; zo werd de mens tot een levend wezen.
8
Ook plantte de HEERE God een hof in Eden, in het oosten, en Hij plaatste daar de mens, die Hij gevormd had.
9
En de HEERE God liet allerlei bomen uit de aardbodem opkomen, begerenswaardig om te zien en goed om van te eten; ook de boom des levens, in het midden van de hof, en de boom van de kennis van goed en kwaad.
10
Een rivier kwam voort uit Eden om de hof te bevochtigen. En vandaar splitste hij zich en vormde vier hoofd stromen .
11
De naam van de eerste rivier is Pison; die is het die rond heel het land van Havila stroomt, waar het goud is.
12
En het goud van dit land is goed; ook is er balsemhars en de edel steen onyx.
13
En de naam van de tweede rivier is Gihon; die is het die rond heel het land Cusj stroomt.
14
En de naam van de derde rivier is Tigris; die loopt ten oosten van Assur. En de vierde rivier is de Eufraat.
15
De HEERE God nam de mens, en zette hem in de hof van Eden om die te bewerken en te onderhouden.
16
En de HEERE God gebood de mens: Van alle bomen van de hof mag u vrij eten,
17
maar van de boom van de kennis van goed en kwaad, daarvan mag u niet eten, want op de dag dat u daarvan eet, zult u zeker sterven.
18
1
Ook zei de HEERE God: Het is niet goed dat de mens alleen is; Ik zal een hulp voor hem maken als iemand tegenover hem.
19
De HEERE God vormde uit de aardbodem alle dieren van het veld en alle vogels in de lucht, en bracht die bij Adam om te zien hoe hij ze noemen zou; en zoals Adam elk levend wezen noemen zou, zo zou zijn naam zijn.
20
Zo gaf Adam namen aan al het vee en aan de vogels in de lucht en aan alle dieren van het veld; maar voor de mens vond hij geen hulp als iemand tegenover hem.
21
Toen liet de HEERE God een diepe slaap op Adam vallen, zodat hij in slaap viel; en Hij nam een van zijn ribben en sloot de plaats ervan toe met vlees.
22
En de HEERE God bouwde de rib die Hij uit Adam genomen had, tot een vrouw en Hij bracht haar bij Adam.
23
Toen zei Adam: Deze is ditmaal been van mijn beenderen, en vlees van mijn vlees! Deze zal mannin genoemd worden, want uit de man is zij genomen.
24
Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zich aan zijn vrouw hechten; en zij zullen tot één vlees zijn.
25
En zij waren beiden naakt, Adam en zijn vrouw, maar zij schaamden zich niet. De zondeval
Herziene Statenvertaling © Stichting HSV en Royal Jongbloed 2010-2017
5 Kruimels
Schatgraven in Genesis 1-3
Schatgraven in Genesis 1-3
Wat je echt nog niet wist over de schepping Pas in 1840 ontdekte een Duitse geleerde hoe hemoglobine in het bloed zuurstof opneemt in de longen om die in de lichaamscellen weer af te staan. Toch is dat wonderlijke mechanisme al te vinden in Genesis 2! Je leest daar dat de mens is gemaakt van het stof van de aarde. Maar in de Hebreeuwse grondtekst wordt hier een bijzonder woord voor aarde gebruikt: adama. Je voelt onmiddellijk het verband met de naam Adam. Het woord adama verwijst naar rood, naar het woord dam dat bloed betekent. Waarom heeft de aarde waar de eerste mens uit werd gevormd een roodachtige kleur? Omdat er ijzeroxide in zit, de stof die in hemoglobine zorgt voor opname en afgifte van zuurstof. De Praagse rabbijn Jehoeda Löw vroeg zich af waarom de mens als enige was vernoemd naar de aarde - waren de dieren tenslotte ook niet uit de aarde geschapen? Zijn uitleg was dat de dieren eigenlijk al af zijn bij hun schepping. Nadat dieren zijn geboren, groeit hun lichaam maar hun geest blijft eigenlijk op hetzelfde niveau. Maar zowel de mens (Adam) als het akkerland (adama) moeten tot ontwikkeling worden gebracht. Beide zijn geschapen in een elementaire, pure staat en voor beide is lang en hard werk nodig om hun grootste potentieel te bereiken en vruchten voort te brengen. De twee boeken in deze band bevatten nog veel meer opmerkelijke inzichten. Deel 1 is door korte hoofdstukken met vragen ook ideaal voor studie in groepen.
Duurzaam & sociaal
Altijd retourneren & levenslange service
Gratis verzending vanaf €40,-
Hulp of advies nodig?
Vind je antwoord eenvoudig en snel op onze service pagina.
DagelijkseBroodkruimels Team
40.000+
volgers
45.000+
vind-ik-leuks
9,2/10
3953 beoordelingen
Thuiswinkel waarborg
Algemene voorwaardenPrivacyCookies
© 2014 - 2024 Dagelijkse Broodkruimels