Gerdien Nijland

De piraten van De Kielzog hebben de piratencode overtreden. Ze worden daar streng voor gestraft: ze mogen de zee niet meer op. Wat een ramp! Wat moeten ze nu beginnen? Piraten zijn nu eenmaal piraten. Gelukkig is Kapitein een slimme man. Hij komt met een geweldig plan: ze beginnen gewoon een nieuwe piraterij, de wegpiraterij! Maar daar hebben ze wel kinderen voor nodig die ze kunnen opleiden tot piraat. Kapitein en zijn bemanning Tjief Ensjenier, Riekus, Cornelus en de onhandige tweeling Bak en Stuur Boord toveren een oud huis om tot een geheime piratenschool. Niemand mag weten wat de kinderen precies in het oude huis leren. Zeker de ouders niet. Zou dat goed gaan?

‘Nou, wat denken jullie ervan?’ vraagt Kapitein. ‘Wagen we het erop?’ Tjief knikt en geeft Kapitein een klap op zijn schouders. Cornelus knikt ook. Bak en Stuur springen op en juichen: ‘Eindelijk weer op rooftocht!’ Alleen Riekus zegt niks. Hij bibbert alleen maar. Tjief Ensjenier heeft het schip van de piraten omgebouwd tot een wegschip. Zo kunnen de piraten weer op rooftocht. Dat is hard nodig, want het goud is op. De zus van Bak en Stuur, Kantje Boord, komt op bezoek bij de piratenkostschool. Zij vertelt dat er een schat verborgen ligt in de Toren van Hoesbasbas, op het vasteland. De piraten gaan met een aantal kinderen in het wegschip op rooftocht. Lukt het ze om de schat te vinden? De toren van Hoesbasbas is het tweede deel in de serie 'Piratenkostschool De Boekenier' “Alle ooglapjes op een stokje, wat een leuk, fantasierijk verhaal! Gerdien Nijland neemt je helemaal mee in de piratenwereld. Voor jongens en meisjes die van spannende (piraten)verhalen houden, is het echt een aanrader.” - juflizeleest over Eten met dolk en sabel Gerdien Nijland (1980) werkt als leerkracht in het basisonderwijs en woont met haar man en vier zoons in Almelo. Ze houdt van lezen, wandelen en bakken en schreef twee romans voor volwassenen.