Na Zijn intocht was Jezus vier dagen lang veel in de tempel. Hij heeft de tempel gereinigd van wereldse verkooppraktijken. Hij heeft discussies gehad met de godsdienstige leiders en zij konden niets vinden wat fout was aan Hem, tot hun frustratie.
Het Pesachlam werd gekeurd en góed bevonden.
Nu zit Jezus met Zijn 12 discipelen aan de avondmaaltijd. Hij breekt de matze, brood zonder desem, dat hen herinnert aan de snelle uittocht uit Egypte. De matze staat ook bekend als het “brood van genezing en bevrijding”. De matze, met zijn gaten, die doen denken aan de doorboringen, en bruine strepen, die wijzen naar de striemen van de geseling (kijk eens naar Jesaja 53:4-5).
“Hier neem dit brood. Dit is Mijn lichaam. Eet dit voortaan om je te herinneren wat Ik gedaan heb”.
Jezus. Het Brood des Levens, geboren in Bethlehem (“Broodhuis”). Het Brood, dat net zoals het Manna destijds in de woestijn, altijd genoeg is om van te léven.
Neem het, zie wat Hij gedaan heeft om je te bevrijden. Proef, laat het doordringen in je lichaam, in je denken.
Proef je de bittere én zoete smaak van genezing en bevrijding?
